Vandaag hebben we nog heel veel gekletst met elkaar zo tussen de zorg door. Herinneringen opgehaald aan haar leven, ze vertelde over de mooie plekken die ze had bezocht, haar liefde voor watervallen, schoenen en de Beatles ( John en Paul!)
Je zou het als buitenstaander een gezellige dag kunnen noemen.
Er komt gedurende de dag allemaal visite.
Iedereen is vrolijk en er word gelachen.
Maar morgenochtend is ze er niet meer.
Precies zoals ze wil en zoals ze het gepland heeft.
Euthanasie.
Ze heeft een mooi leven gehad maar haar lijf wil niet meer.
En dus heeft ze besloten dat het genoeg is geweest.
Ze is er aan toe.
Het houd me bezig vandaag terwijl ik voor haar zorg.
Ik zie haar genieten van de gesprekken en de mensen om haar heen.
Vrienden, familie en haar gezin.
Maar besef me ook dat ze er morgenochtend niet meer is.
Ik vind het een bijzonder en dapper besluit.
Ik zie veel mensen die juist nog zo lang mogelijk willen vast houden aan het leven.
En hier is een vrouw die ogenschijnlijk nuchter praat over de dood.
Bijna verlangend.
Ik probeer me voor te stellen hoe het is om tot die keuze te komen.
Om veel te hebben om voor te leven en ondanks dat toch te voelen en te besluiten dat het goed is om het los te laten.
Ik kijk zo vanaf de zijlijn hoe ze haar laatste dag beleeft.
De laatste keer dit en de laatste keer dat.
Ik kan het niet anders dan fascinerend vinden.
Iemand die zo bewust richting het einde gaat.
Geniet ze er nu extra veel van? Voelt het juist bitterzoet? Is ze zenuwachtig? Telt ze de uren?
Ze is vooral positief en opgewekt. De tijd die ze heeft wil ze graag delen.
Toen ik haar vanmorgen de medicijnen kwam brengen zat er een ook zakje poeder bij tegen obstipatie.
Samen lachten we erom.
“ Ik neem m niet hoor! Ik gok het erop dat m’n darmen niet voor morgenochtend dicht gaan zitten en anders merk ik t toch niet meer!”.
Ze vertelt over haar uitvaart en hoe ze het heeft geregeld.
Een mand in plaats van een kist.
Ze wil meteen na haar overlijden de mand in en dan dicht.
Want als ze dood is dan is ze er niet meer.
Alleen nog een lijf en daar hoeft niemand naar te kijken.
Ze vertelt over de muziek die ze heeft uitgekozen en waarom.
Over het liedje wat ze voor haar man heeft gekozen.
Hij zit er naast en begint te huilen.
Ze lachen er samen om.
Zij huilt nooit en hij altijd.
Dat is altijd zo geweest en nu ook.
Haar dochter laat ook een traan.
“ Dat heeft ze dus van hem!”.
We besluiten dat het verdriet juist iets moois is.
Het is liefde in een vloeibare vorm.
Ik breng haar een paar keer een ijsje omdat ze daar nog zo van geniet.
We nemen de praktische zaken nog een keer door ( hoe snel ga ik dood?) en ze krijgt een extra infuus voor de medicatie die zal worden toegediend.
En dan zit mijn dienst erop.
Ik heb met haar afgesproken dat ik niet naar huis ga zonder afscheid te nemen.
Dus klop ik voor de laatste keer op haar deur.
Vanmiddag vroeg ik haar nog;
“ Geloof je dat je ergens heen gaat? Dat er hierna iets is?”
Maar ze antwoordde ontkennend.
Volgens haar was er geen hiernamaals, geen wolk om op te zitten of man met een baard om haar te verwelkomen.
Het was gewoon klaar.
Ik ga haar kamer binnen om gedag te zeggen.
Ik pak haar hand even vast.
“ Wat zeg je eigenlijk tegen iemand waarvan je weet dat die dood gaat?” vraagt ze.
Ik zeg haar dat ik mensen altijd een goede reis wens.
Ik vertel haar dat ik het fijn vond haar zo op het einde te leren kennen, dat ik onze gesprekken waardeer en dat ik haar een fijne laatste avond wens.
“T is jammer dat we niet meer tijd hadden want ik vond t wel heel gezellig om je te leren kennen en met je te praten” besluit ze.
“ Je moet wel even naar dat ene bandje gaan kijken hoor! Die zijn zo goed! En dat ene liedje vind jij ook vast mooi!”.
Onderweg naar huis zet ik dat ene liedje aan.
Ik luister naar de tekst, want die was belangrijk zei ze
Dag mooi mens. Goede reis